Motorisch-fysieke kenmerken


In het totale groeiproces zitten we in deze fase in een stabiele of beperkte gestaltegroei. Pas aan het einde van deze fase zien we een groeispurt in aanloop naar de pubertijd. Dit gaat eveneens gepaard met de start van de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. Bij meisjes gebeurt dit gemiddeld 1 tot 2 jaar vroeger dan bij jongens. Er zijn echter grote individuele verschillen wanneer de overgang naar de (pre)puberteit lichamelijk zichtbaar wordt.

Kinderen van 7 tot 9 jaar hebben een grote spontane drang om te bewegen en maken de overgang van basisvaardigheden naar eenvoudige basisbewegingen uit gymnastiek (bv. springen met twee benen op de grond à springen met twee benen op een lage balk). Kinderen hebben in deze fase een duidelijke dominantie voor links of rechts en hun grove motoriek wordt steeds verfijnder. Aan het einde van deze fase is het kind meer en meer in staat complexere bewegingen, gelinkt aan één bepaalde discipline, aan te leren.