Mentale kenmerken

Denkstijl

Het kortetermijngeheugen groeit aanzienlijk, waardoor er steeds meer informatie verwerkt kan worden. Gemiddeld tot de leeftijd van 9 à 10 jaar denken en interpreteren kinderen nog steeds letterlijk. Ze hebben een rijke fantasiewereld, maar kunnen nu onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Reflecteren over hun eigen denken is in het begin van de fase Basisvorming moeilijk. Oplossingen zoeken gaat wat makkelijker.

Rond 8 à 9 jaar hebben ze al meer aandacht voor het aantal keer lukken en mislukken, en koppelen ze gekregen feedback aan goed of slecht zijn (vrij ongenuanceerd). Rond 10 à 12 jaar beginnen ze ook vaak te twijfelen aan zichzelf en aan hoe anderen over hen denken. Dat kan voor wat extra angst zorgen, want ze willen graag als ‘goed’ gezien worden.

Opbouw zelfbeeld & zelfvertrouwen

Dit is een cruciale fase voor de vorming van een positief zelfbeeld.

Gezien de vergelijking met anderen er is, komt er automatisch beoordeling van het eigen kunnen en niveau. In het begin van deze fase wordt het zelfbeeld nog grotendeels bepaald door wat opvoeders (trainers, ouders) tegen hen zeggen. Vanaf 8 à 9 jaar wordt die competentie mee beoordeeld door het al dan niet lukken – ze evalueren zichzelf. Vanaf 9 à 10 jaar specifiëren ze meer waarin ze goed of minder goed zijn (meer nuance). Hun meer realistische kijk op wat ze kunnen, kan hun zelfvertrouwen in positieve of negatieve zin beïnvloeden. Constructieve feedback en de modelling-rol van de trainer is ook in deze fase heel essentieel.

Motivatie

Kinderen willen progressie voelen en geloven dat ze nog alles kunnen bijleren/onder de knie krijgen. Ze leren in deze fase door dingen te zien en na te doen. Het kind krijgt steeds meer behoefte aan zelfstandigheid, privacy, een eigen mening en eigen verantwoordelijkheid. Daarom is het belangrijk dat het kind het gevoel heeft dat het uit eigen initiatief en goesting deelneemt (autonomie). Fundamenten blijven: plezier en uitdaging om drop-out te vermijden.

Concentratie, aandacht & focus

De concentratieboog is nog steeds kort en varieert sterk van kind tot kind. Er ontstaat competitiedrang – bij jongens vaak meer uitgesproken dan bij meisjes. Dit zorgt ervoor dat opdrachten in spelletjes of wedstrijdvormen het soms makkelijker maken om de kinderen gefocust te houden. Tot de leeftijd van 10 jaar is 20 minuten volgehouden aandacht écht een maximum. Vaak merk je nog impulsief gedrag. Ook kan de interesse van het kind nog steeds snel verdwijnen. Variatie is noodzakelijk.

Spanningsmanagement

Hoe meer het denken zich ontwikkelt, hoe meer een kind ook spanning kan beginnen opbouwen in zijn lichaam door na te denken over zichzelf, over wat lukt of fout gaat en over zijn omgeving. Het aanvoelen en managen van de lichamelijke spanning kan je met basistechnieken zeker al oefenen.

Inbeelding & visualisatie

Gericht werken met inbeeldings- en visualisatie-oefeningen is in deze fase niet aan de orde, mede doordaat het abstracte denken nog onvoldoende is ontwikkeld.