Sportspecifieke training

De motorische basisvaardigheden uit de Actieve start worden meer kwalitatief, precies en verfijnd. Daarop kan verder gebouwd worden voor de ontwikkeling van de basisbewegingen uit de verschillende gymnastiekdisciplines. Er is ruime aandacht voor het aanleren van een breed scala aan eenvoudige sportspecifieke vaardigheden en technieken op een speelse en gevarieerde manier.

De keuze voor één of meerdere disciplines gebeurt bij voorkeur pas aan het einde van deze fase, namelijk tussen 9-11 jaar bij meisjes en 10-12 jaar bij jongens.

Vaardigheden

Er worden basisbewegingen aangeleerd uit alle gymnastiekdisciplines (Acro, Dans en Demo, Freerunning, Ritmiek, Rope Skipping, Toestelturnen, Trampoline, Tumbling) in verschillende bewegingsfamilies (rollen voorwaarts, saltovormen rugwaarts, sprongen, houdingen …). Deze basis is noodzakelijk om vervolgens alsmaar moeilijkere bewegingen aan te leren, die steeds meer disciplinespecifiek worden.

Expressie en ritme

In deze fase is het belangrijk dat de kinderen plezier beleven aan het bewegen op muziek. Door vrij te bewegen op muziek ontdekt de sporter zijn eigen ritme en gevoel voor expressie.

G-Gym

G-gym is de overkoepelende term voor gymnastiek voor personen met een beperking. Kinderen met een fysieke of verstandelijke beperking of psychische kwetsbaarheid (o.a. autismespectrumstoornis) krijgen met G-gym mooie kansen binnen de clubwerking.

In een aparte G-gymgroep kan een rijk aanbod van bewegingsvaardigheden aangeboden worden in een veilige en aantrekkelijke omgeving, met voldoende oog voor de grote diversiteit in deze trainingsgroep. Een club kan ook opteren voor ‘inclusie’. In dat geval sluiten sporters met een beperking aan bij de groepen van de reguliere werking. Belangrijk is dat het kind centraal staat en dat er afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de sporter gekeken wordt naar een aanbod op maat. Het normalisatieprincipe is een belangrijk uitgangspunt voor trainers om de inclusieve trainingsgroep te benaderen. Dat principe stelt dat wat normaal kan, normaal gebeurt en je het anders doet als het moet. Dat geldt voor de keuze van oefenstof, organisatie, aanpak en begeleiding. Zo bevorder je de kansen op integratie, wat veel mensen met een beperking ook beogen via sport. G-sporters kunnen deelnemen aan de reguliere organisaties en activiteiten, zowel binnen de club als bij de federatie.