Fysieke training

In de fase Toptraining wordt bij de eigenschappen die reeds volledig ontwikkeld konden worden – namelijk lenigheid, evenwicht en coördinatie – voornamelijk gefocust op het onderhoud. De fysieke vaardigheden kracht, explosiviteit en conditie kunnen nog verder ontwikkeld worden zolang de biologische maturiteit nog niet bereikt is. Op die manier kan de sporter optimale fysieke paraatheid bereiken om te presteren.

Gezien het lichaam tijdens de fase Toptraining door de volwassenheid gaat, zal het bij een langere sportcarrière steeds trager herstellen. Dit brengt met zich mee dat jonge en oudere topsporters een andere belastbaarheid hebben en dat inspanning en rust dus volgens een andere balansratio verdeeld moeten worden. Het gebruik van fysieke trainingsprogramma’s die rekening houden met de periodisering binnen een meerjarenplan zijn in deze fase een must.

Kracht

Zowel het type krachttraining alsook de omvang en intensiteit van krachttraining worden beïnvloed door de eisen die de discipline stelt en het profiel van de sporter. Gezien het grote aantal trainingsuren op dit niveau moet de krachttraining qua intensiteit en belasting op de verschillende spiergroepen doordacht gespreid worden, zodat het lichaam voldoende kan recupereren.

Lenigheid

Met behulp van gecontroleerde lenigheidstraining wordt er gestreefd naar een optimaal bewegingsbereik. Dit optimum wordt bepaald door de kenmerken van de sporter én van de discipline. Een te beperkt bewegingsbereik kan ertoe leiden dat sportspecifieke vaardigheden niet correct uitgevoerd worden, een te groot bewegingsbereik kan dan weer nadelig zijn voor de gewrichtsstabiliteit en de reactiviteit en explosiviteit van bepaalde spieren.

Cardio

  • Een goed ontwikkelde basisuithouding is noodzakelijk in het trainingsproces, aangezien de intensiteit van de elementen, skills en oefeningen hoog is. Sporters moeten voldoende uithouding hebben om
    • Trainingen met voldoende kwaliteit uit te voeren
    • Wedstrijdoefeningen probleemloos uit te voeren
    • Voldoende snel te recupereren
  • Periodisering van de cardiotrainingen in het kader van opbouw en pieken op wedstrijden is noodzakelijk. Tijdens de wedstrijdperiode wordt er minder tijd gespendeerd aan algemene conditietraining en de aandacht concentreert zich veeleer op specifieke conditietraining, gelinkt aan wedstrijdoefeningen of -proeven.

Snelheid

De snelheid van de sporters wordt verder ontwikkeld door gebruik te maken van oefeningen die focussen op wendbaarheid, beweeglijkheid en veranderen van richting. Voldoende kracht is een belangrijke voorwaarde voor snelheid, wat ook nauw samenhangt met explosiviteit.

Evenwicht

Het blijft belangrijk om sporters (dynamische) evenwichtsoefeningen (in verschillende lichaamsposities) te laten uitvoeren in variabele omstandigheden. Zo kan het evenwicht onderhouden blijven en het lichaam proactief reageren op evenwichtsverlies.

Coördinatie

  • Complexe vaardigheden worden steeds meer geperfectioneerd.
  • Coördinatieve patronen kunnen worden uitgevoerd
    • Onder tijdsdruk
    • Bij vermoeidheid
    • Met externe druk zoals stress tijdens grote competities

Blessurepreventie

Aangezien de intensiteit en het volume van de training hoog liggen, is het noodzakelijk dat preventieoefeningen meermaals per week een onderdeel zijn van de trainingsplanning. Die preventieve oefeningen zijn individueel afgestemd op het profiel van de sporter, in samenspraak met kinesist en sportdokter. Een (para)medisch team ondersteunt de trainers bij de opmaak van het blessurepreventieprogramma. De trainers brengen de sportspecifieke informatie aan, de (para)medici ondersteunen dit proces met kennis van het menselijk lichaam. Blessurepreventie is op die manier een gedeelde verantwoordelijkheid van trainers en (para)medici.