Sportspecifieke training
Wanneer kinderen tijdens de fase Actieve start voldoende mogelijkheden en aanmoedigingen tot bewegen krijgen, kunnen zij vaak op 6-jarige leeftijd alle fundamentele motorische vaardigheden
beheersen (springen, lopen, werpen, vangen, roteren rond verschillende lichaamsassen, hangen …). Laat kinderen spelend bewegen en ontdekken in een stimulerende omgeving binnen verschillende bewegingsthema’s.
Elk element en elke vaardigheid in eender welke sport en gymnastiekdiscipline komen voort uit één of meerdere motorische basisvaardigheden. Daarom is het belangrijk om op jonge leeftijd een breedmotorische ontwikkeling te stimuleren die kan bijdragen tot:
- Meer plezier en een verhoogde sportparticipatie
- Een gezonde en actieve levensstijl
- Fysieke en motorische vaardigheden waarop we heel ons leven een beroep kunnen doen
- Het beleven van succeservaringen op gelijk welk niveau
Vaardigheden
Gevarieerd bewegen voor kinderen is belangrijk. Ga creatief aan de slag met klein materiaal en grote toestellen om wisselende omstandigheden te creëren die de motorische basisvaardigheden stimuleren in verschillendebewegingsthema’s:
- Rotaties
- Springen en landen
- Steunen en houdingen
- Evenwicht
- Hangen en zwaaien
- Bal- en dingvaardigheden
- Klimmen en klauteren
- Heffen en dragen
- Trekken en duwen
Spelvormen, oefeningen en bewegingen moeten geleidelijk moeilijker worden. Hierbij mag de focus niet liggen op een sporttechnisch correcte uitvoering, wel op de diverse bewegingservaringen die de kinderen opdoen.
Expressie en ritme
Het is een doel om kinderen plezier te laten beleven aan dansen en bewegen op muziek. Zo leren ze ritmes en liedjes herkennen en (ritmisch) te bewegen op muziek door na te bootsen. Daarnaast is het ook belangrijk dat kinderen hun eigen expressie op muziek ontdekken en durven te uiten.
In de tweede helft van de fase Actieve start kan de creativiteit en het nemen van initiatief bevorderd worden door kinderen zelf te laten experimenteren met het bedenken van twee of drie bewegingen na elkaar (op muziek/ritme). Deze bewegingen kunnen aan elkaar getoond of zelf aangeleerd worden, waardoor ook de sociale vaardigheden (leiding aanvaarden, leiding durven te nemen …) worden gestimuleerd.
Bewegen op muziek stimuleert het algemeen bewegingsritme, zodat de bewegingen steeds vloeiender en meer beheerst in plaats van houterig worden.
G-Gym
G-gym is de overkoepelende term voor gymnastiek voor personen met een beperking. Kinderen met een fysieke of verstandelijke beperking of psychische kwetsbaarheid (o.a. autismespectrumstoornis) krijgen met G-gym mooie kansen binnen de clubwerking.
‘Inclusie’ is in deze fase de meest optimale optie. In dat geval sluiten sporters met een beperking aan bij de groepen van de reguliere werking. Belangrijk is dat het kind centraal staat en dat er afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de sporter gedifferentieerd wordt in het lesgebeuren. Het normalisatieprincipe is een belangrijk uitgangspunt voor trainers om de inclusieve trainingsgroep te benaderen. Dat principe stelt dat wat normaal kan, normaal gebeurt en je het anders doet als het moet. Dat geldt voor de keuze van oefenvormen, spelletjes, organisatie, aanpak en begeleiding. Zo bevorder je de kansen op integratie, wat veel (ouders van) kinderen met een beperking ook beogen via sport.
Tijdens de Actieve start kunnen trainers extra waakzaam zijn om ontwikkelingen bij kinderen op te merken die voor bezorgdheden kunnen zorgen of eventueel extra aandacht of opvolging vereisen. Wanneer een trainer moeilijkheden of achterstand in de motorische ontwikkeling vaststelt, kan er in de eerste plaats gepolst worden bij de ouders (eventueel samen met een bestuurslid of trainersverantwoordelijke). Vaak zijn de ouders zich hiervan reeds bewust (via eigen ervaringen, school, arts ...) en kiezen ze weloverwogen voor lessen kleuterturnen om het kind extra te stimuleren. Indien dit nieuwe info is voor de ouders, kan het advies gegeven worden om dit verder te laten onderzoeken door een arts of de school te informeren.