Mentale training

Denkstijl

  • Stimuleer de sporter om naar het trainersteam en begeleidingsteam te stappen als hij merkt dat er iets is, maar zorg voor voldoende formele momenten.
  • Durf open te spreken, ook over gevoeliger thema’s – dat kan van twee kanten komen.
  • Durf in een een-op-eensituatie door te vragen. Stimuleer de overtuiging bij de sporter: hoe beter ze mijn innerlijk denken kennen, hoe meer ze kunnen helpen.

Opbouw zelfbeeld & zelfvertrouwen

  • Maak gerichte evaluaties van zowel falen als slagen, bestaande uit positieve punten en ‘wat kan ik controleren en herhalen’; negatieve punten en ‘wat kan ik veranderen, trainen, controleren’.
  • Stimuleer de opmaak van progressielijsten voor wedstrijden en laat dit mentaal inoefenen.
  • Stel specifieke krachtgevende gedachten voor bepaalde piekmomenten samen en train ze.

Motivatie

  • Plezierbeleving is een factor die altijd belangrijk blijft. Stimuleer de sporters om te genieten van wat ze doen en leren. Dit gevoel is een barometer van motivatie en moet altijd voldoende hoog zijn. Men moet genieten van de sport.
  • Plan gestructureerd overleg in het kader van periodisering, planning, wedstrijddoelen, wedstrijdevaluatie … Laat altijd ruimte voor andere thema’s.
  • Stimuleer de overtuiging bij de sporter dat hij continu moet zoeken naar optimalisatie en dit kan omzetten in doelen. Apprecieer de eigen inbreng, duid wat je anders ziet, stel gedragen doelen.
  • Breng structuur in het mentale groepsproces via eenvoudige performance profiling: vier tot zes mentale topics worden door de sporter en jezelf aangegeven als belangrijk om gericht mee bezig te zijn. Die worden bij de beginsituatie door verschillende partijen ingeschat op tien, en na een afgesproken periode opnieuw geëvalueerd om de progressie te zien.

Spanningsmanagement

  • Stimuleer de sporter om de technieken die voor hem werken te oefenen en telkens opnieuw in verschillende situaties toe te passen.
  • Geef preventief aan een vertrouwenspersoon aan (kan de trainer, clubverantwoordelijke of eventueel de sportpsycholoog zijn) wat jij aanvoelt en waar jij oog voor hebt als drukgever.
  • Neem als trainer mee verantwoordelijkheid voor het falen van de sporter. Neem de bufferrol op en maak er geen ‘jij’verhaal van.

Concentratie, aandacht & focus

  • Neem meer tijd om in detail stil te staan bij de mentale processen die tijdens de wedstrijd hebben plaatsgevonden en krijg daardoor een duidelijker beeld van hoe de ideale wedstrijd eruitziet op mentaal vlak.
  • Plan aandachtstraining naar ‘ik en mijn taak’ en het loslaten van gedachten.
  • Het aanleren van acceptatietechnieken, het spelen met waarde geven aan bepaalde zaken en het werken met herfocustechnieken moeten hier geoefend worden.
  • Stel per piekmoment duidelijk een mentaal plan van aanpak (aandachtspunten/attitudes).

Inbeelding & visualisatie

  • Zet twee weken voor een piek gerichte wedstrijdvisualisatie in de planning om die dagelijks mentaal te trainen.
  • Bespreek geïndividualiseerde keuze van visualisatievormen met de trainer.